Waterwijs Boeren Gelderland

Grondwaterbeschermingsgebieden ’t Klooster, Dinxperlo, Haarlo en Olden Eibergen

HomeNieuwsBewust kiezen voor soort groenbemester belangrijk

Bewust kiezen voor soort groenbemester belangrijk

Groenbemesters leveren een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de structuur van de bodem, leveren organische stof en voorkomen nitraatuitspoeling. Na de teelt van mais zijn agrariërs op zand- en lössgrond verplicht een groenbemester te telen. Groenbemesters worden tevens ingezet om te voldoen aan de vergroeningsmaatregelen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het loont dus de moeite om te weten welke er zijn en wat ze doen. Niet een bedrijf is hetzelfde, dus maatwerk is nodig. In het kader van het project Waterwijs Boeren is samen met loonbedrijf Haaring uit Hengelo (Gld) in augustus 2021 een demoveld aangelegd met twaalf verschillende soorten groenbemesters. Dit zijn zowel enkelvoudige groenbemesters als mengsel van groenbemesters.

De mengsels van groenbemesters worden zo samengesteld, dat de soorten die erin voorkomen elkaar versterken in groei en bodembedekking. Verder is het voordeel van een mengsel dat ongeacht de weersomstandigheden er altijd wel een soort in een mengsel is die onder die omstandigheden goed kiemt en groeit. Iedere groenbemestersoort heeft eigen voor- en nadelen: een juiste keuze maken vraagt dan ook aandacht. Op 19 november kwamen een twintigtal melkveehouders en akkerbouwers samen om bij de demovelden te zien wat de groenbemesters met de bodem doen. Bij zeven verschillende groenbemesters waren profielkuilen gegraven om de bodemlagen te laten zien. Gerard Meuffels van M-ARC en Matheijs Pleijter van Aequator gaven uitleg.

Organische stof

De ene groenbemester genereert meer organische stof dan de andere en de ene groenbemester vangt meer nitraat op dan de andere. Gerard Meuffels had veel cijfers paraat. Meuffels legt uit dat het belangrijk is om te kijken naar de effectieve organische stof die de groenbemester levert. Dit is de hoeveelheid organische stof die na een jaar nog aanwezig is in de bodem. De hoeveelheid EOS die een groenbemester levert, is sterk afhankelijk van het tijdstip van inzaaien en natuurlijk de uiteindelijke ontwikkeling van de groenbemester.

In hoeverre zijn de verschillende soorten groenbemesters in staat om stikstof vast te leggen. Beworteling speelt hierbij een belangrijke rol. Op het demoveld in Hengelo is er sprake van zandgrond met een dikke humuslaag van 60+ centimeter, dus zelfs nog onder de bouwvoor. Matheijs wijst in de profielkuilen aan hoe de ene groenbemester dieper wortelt dan de andere. “Als een groenbemester intensief en diep wortelt, is dat gunstig voor de bodem. Het gewas vangt meer stikstof, het maakt de grond losser en het biedt goede leefomstandigheden voor het bodemleven. Bovendien: hoe beter de wortelontwikkeling, hoe beter de groei van de plant en des te beter is de plant bestand tegen droogtes. Je hebt de juiste combinatie nodig van grondsoort en soortenmix. Waarbij de verdichting ook nog een rol speelt: de ene soort kan er beter doorheen komen dan de andere.”

“Groenbemesters kunnen met hun intensieve beworteling bodemverdichting verminderen, vooral ontstaan door het rijden met zware machines. Dit leidt ook tot betere waterinfiltratie in periode van veel neerslag”, aldus Meuffels. Indirect helpen groenbemesters verslemping tegen te gaan: de planten dempen de regenslag en verminderen zonnebrand.

Aaltjes

Bij de keuze van de groenbemester adviseert Meuffels om goed te letten op de waardplantstatus van de groenbemester voor plantparasitaire aaltjes. Zeker wanneer aardappelen en industriegroenten worden geteeld, kunnen plantparasitaire aaltjes tot enorme (economische) schade leiden. Het is daarom van belang om te weten welke soorten aaltjes in de bodem voorkomen en hier gericht een groenbemester bij te kiezen. De ene groenbemester vermeerdert aaltjes, de andere bestrijdt ze. Over het algemeen zijn groenbemesters vaak goed voor bijen.
Om te weten welke aaltjessoort zich op de verschillende groenbemesters vermeerderen, is aaltjesschema.nl van Wageningen Universiteit een belangrijke hulpbron.

Meuffels wijst met name op het feit, dat in de Achterhoek vaak gekozen wordt om Italiaans raaigras of winterrogge als vanggewas na mais te telen. Beide groenbemesters kunnen wortelknobbelaaltjes (chitwoodi) sterk vermeerderen. Wanneer deze soort in de bodem aanwezig is en de grond wordt geruild voor aardappelteelt, kan dit tot enorme schade leiden. Die grassen zijn wel weer een goedkope groenbemester met een goede stikstofvangst en veel wortels, wat goed is voor de opbouw van zogenaamde bodem aggregaten (kluiten). De grassen worden door de aanwezige boeren het meest gebruikt als groenbemester, als onderzaai in de mais, in combinatie met bladrammenas voor een diepe beworteling.

Ook zijn er groenbemesters die actief aaltjes verminderen tijdens de teelt. Voorbeelden hiervan zijn bepaalde soorten Japanse Haver en Tagetes, die een populatie wortellessieaaltjes kunnen reduceren.

Onderwerken

Tegelijk was er enthousiasme over een mengsel van zonnebloem, Japanse haver en gele mosterd, waarbij de mosterd met zijn 1.50 m het meest aanwezig was. “Daar heb je een hele hoop organische stof en structuurverbetering”, zegt een van de aanwezige agrariërs. Tijdens de bijeenkomst wordt door een aantal aanwezigen de zorg gedeeld hoe een groenbemester nu het beste kan worden ondergewerkt, vooral nu het gebruik van Glyfosaat onder druk staat. Zeker een grasachtige winterharde groenbemester is moeilijk in te werken. Vanuit het project Waterwijs Boeren zal in samenwerking met Proefbedrijf De Marke deze vraag worden opgepakt. In het voorjaar van 2022 zal wederom een veldbijeenkomst plaatsvinden gericht op dit thema.

Geschreven door Tjitske Ypma