Ronde langs proefvelden en analyse KLW- en N90-cijfers
Op de vraag wie van de boeren iets anders teelt dan gras en mais, gingen meerdere handen de lucht in, afgelopen week tijdens de Waterwijs Boeren-bijeenkomst op Agro-innovatiecentrum De Marke. Dat de ervaring en kennis op het gebied van onder andere droogtebestendigere gewassen ruimschoots aanwezig was, bleek wel tijdens de rondgang over de proefvelden.
Ruim dertig deelnemers aan het project Waterwijs Boeren van de grondwaterbeschermingsgebieden ’t Klooster, Haarlo Olden Eibergen en Dinxperlo kwamen vorige week naar De Marke om een ronde over de proefvelden te maken en de resultaten van drie jaar Waterwijs Boeren te delen. In het project werken Provincie Gelderland, Waterschap Rijn en IJssel, Waterbedrijf Vitens en LTO Noord samen met agrariërs om de nitraatuitspoeling naar het oppervlakte- en grondwater te verminderen.
Klavers zijn dragers
Zwier van der Vegte en Henry Mentink van De Marke verzorgden in twee groepen een rondleiding over de demopercelen. De veldjes met tien kruiden in monoteelt wekten volop de belangstelling. Vragen van de aanwezigen gingen met name over de voederwaarde, ds-opbrengsten en kennis over de verteringscoëfficiënt van de kruiden. Mentink stipte interessante feitjes aan, bijvoorbeeld dat met rolklaver methaan gereduceerd kan worden en dat cichorei aantoonbaar de gezondheid van de koeien verbetert doordat het worminfecties vermindert. En smalle weegbree heeft een positief effect op de stikstofbenutting in zowel de bodem als de koe.
De algehele conclusie was dat klavers de dragers zijn van kruidenrijk grasland. ‘Rode en witte klaver zorgen voor de stikstofinput, zodat bespaard kan worden op bemesting’, merkte een deelnemer uit Dinxperlo op. Mentink bevestigde dat. Hij wijst naar een veldje met rode klaver dat volop bloeit en prachtig donkergroen oogt. ‘En dat met een eenmalige bemesting met 50 kg stikstof.’
V.l.n.r. Rolklaver – Rode klaver
Robotschoffel in mais
Belangstelling was er ook voor de Naïo OZ robot, waarmee op De Marke sinds kort geëxperimenteerd wordt als schoffelmachine in mais. De inzet is dat met de autonome robot mais geteeld kan worden zonder chemie. De robot maakte tijdens de rondleiding keurige schoffelrondes tussen de maispercelen. Het verminderen van het gebruik van chemie kwam ook aan de orde bij het demoveld met mais met stokbonen, waarbij onkruiddruk een aandachtspunt is.
Potentie
Waterwijs Boeren-deelnemer Hennie ten Pas uit Haarlo heeft ervaring met stokbonen in mais. ‘Het staat er goed bij. De onkruiddruk valt mee en de bonen groeien prima tegen de mais op. Ik ben benieuwd wat er na de oogst in de kuil zit wat betreft voederwaarde en eiwitgehaltes.’ Hij stipte ook sorghum aan als interessant potentieel gewas. Aandachtspunt bij deze teelt is het hoge aandeel zonuren dat nodig is en lagere voederwaarde in vergelijking met mais. ‘Anderzijds: sorghum kan door de diepe beworteling beter tegen droogte en heeft minder water nodig per kg ds en het is beter voor de bodem dan mais omdat het organische stof toevoegt.’
V.l.n.r. Stokbonen in mais – Sorghum
Analyse resultaten
Zwier van der Vegte gaf de aanwezige boeren na afloop van de rondleiding een korte analyse van de resultaten van het project na drie jaar. In de drie gebieden, waar in totaal 48 boeren meedoen, De KringloopWijzer (KLW)-cijfers en de N90-cijfers werden geanalyseerd. Bij de KLW gaat het om het stikstofbodemoverschot. De N90-cijfers gaan over de analyse van de stikstofhoeveelheid die achter gebleven is in de herfst, in de bovenste 90 cm van de bodem. Hoe laag het bodemoverschot en de N90 voor stikstof moeten zijn om aan het gewenste nitraat gehalte van 50mg te voldoen is afhankelijk van grondsoort, gewas en grondwaterstand. Lichte zandgrond met een lage grondwaterstand en een akkerbouwgewas hebben de laagste norm.
Van der Vegte: ‘Uit de N90-grondmonsters blijkt dat in alle gebieden een daling is ingezet en dat ook het stikstofbodemoverschot is gedaald. Gemiddeld zitten de deelnemers onder de toegestane norm. In alle gebieden hebben melkveehouders na analyses van de N90-monsters 39 procent gereduceerd en zit 49 procent van de deelnemers op de norm. Dit zijn mooie resultaten.’
Opsteker
Melkveehouder Ten Pas blikt tevreden terug op de bijeenkomst. ‘Het is een opsteker dat we het in het project goede resultaten boeken. Bovendien is het goed om nieuwe ontwikkelingen aan te horen en ook bevestiging te krijgen van wat je doet. Op mijn bedrijf zet ik er op in het gras zo lang mogelijk aan het groeien te houden, ondanks de droogte. Ik kan elektrisch beregenen en dat is met deze droogte een must.’